Doopsgezinde gemeente Hindeloopen

Een stukje geschiedenis
Het zeevarende volk van Hindeloopen waren goede handelslui, brachten de handelswaar met name naar de noordelijke landen. Zo kreeg Hindeloopen al in 1225 stadsrechten en had nauwe contacten met het Hanzeverbond. 

In de bloeiperiode, de 16, 17e en 18e eeuw groeide het stadje Hindeloopen uit tot een flinke plaats met op het hoogte punt zo’n 2.500 inwoners. Er waren in die tijd ruim 100 handelsschepen, zogenaamde Fluitschepen die al zeilend hun route aflegden. 

De Doopsgezinde Gemeente stamt van ongeveer 1550 toen de Hindelooper Mennisten Gemeente werd gesticht. Bekend uit die oudste tijd is dat de rondreizende oudste Leenart Bouwens in 1562 één lid doopte. Dit was waarschijnlijk in een bestaande groep.

In 1615 kwam er een scheuring in de gemeente; twee groeperingen ontstonden: de Waterlandse gemeente en de Vlaamse gemeente.

In 1628 kwamen de groepen weer bij elkaar.

Er schijnt nog een derde groep te zijn geweest: de Hoog-Duitsers, die met de Waterlanders al eerder waren samengegaan.

In 1647 was op de Waterlandse vergadering in Amsterdam een Hylper afgevaardigde: Haye Hommes.

In 1653 had de herenigde gemeente 1.000 leden. Zij bouwden een nieuw gebouw, toen het grootste Doopsgezinde gebouw van Friesland. Spoedig daarna kwam weer een splitsing.

In 1710 had de Waterlandse partij 213 en de Vlamingen 573 leden.

Naar hun plaats van samenkomst heetten zij ook wel “Het Kleine Huys” en “Het Groote Huys”.

Door bemiddeling van de Friese Doopsgezinde Sociëteit was er een hereniging in 1740.

In 1749 trad een derde splitsing op, die tot 1810 duurde. Een gedeelte van de leden van het Kleine Huys gingen naar het Grote Huys, een ander gedeelte, vooral de rijken, gingen naar de Hervormde Kerk. Het Kleine Huys werd later de Gereformeerde Kerk.

Na de grote bloeiperiode raakte de stad in verval. Het zeevarende Hindelooper volk had zijn brood voornamelijk verdiend op het water als grootschipper en commandeur. Men was hier toen overwegend Doopsgezind en stonden zij bekend als zeer betrouwbare handelslui. Met als thuishaven Amsterdam, waar de grote wereldhandel plaatsvond, brachten ze de handelswaar naar de Oostzee landen en omstreken. Ze brachten vandaar voornamelijk hout mee terug, waar huizen en in de Zaanstreek schepen werden gebouwd.

De Franse overheersing en de Engelse oorlog leiden er toe dat de rijken hier weg trokken om elders hun zaken te gaan doen.

In 1837 was het Grote Huys bouwvallig en het ledental was toen drastisch geslonken tot 57 leden. Men besloot toen het gebouw voor de helft te verkleinen en een meer genoeglijke inrichting te geven.

In 1931 werd aan de Tuinen de gevel vernieuwd in de Nieuw Amsterdamse stijl en ontstond de huidige Vermaning. Na de grootste Doopsgezinde gemeente van Friesland te zijn geweest, zijn we nu misschien wel de kleinste.

Nu het ledental de laatste jaren op 9 is gekomen, hebben we het monumentale gebouw door de oplopende kosten moeten afstoten. Bijeenkomsten hebben we daarna in huiselijke kring voortgezet.

Combinaties hebben we vanaf 1808 gehad met o.a. Molkwerum – Koudum – Stavoren – Warns – en IJlst tot 1961.

Daarna werd de Kustcombinatie gevormd met Makkum en Workum, waar later ook Bolsward bij kwam. Daar kwam per 2012 een einde aan.

Nu hebben we een samenwerking met Workum. Gekerkt wordt in de Vermaning van Workum.

Nog altijd hebben we een goede relatie met de nu P.K.N. gemeente hier, waarmee we zo’n 3 keer per jaar een gezamenlijke dienst houden.

De “Bijbel op tafel” gespreksgroep wordt door een enthousiaste groep van 15 mensen in huiselijke kring gehouden.

Tot slot nog iets over het leden tal:

1653 1.000 leden 1900  48 leden
1700  780 leden 1929 70 leden
1796  200 leden 196048 leden
187034 leden en nu in 20139 leden
2015   8 leden